Gordon Vreugdenhil heeft er altijd van gehouden om interessante oplossingen toe te passen op de uitdaging van een moeilijk probleem. Hij werkt als senior manager voor NVIDIA, een bedrijf dat toonaangevend is op het gebied van computergebruik en kunstmatige intelligentie. Vreugdenhil leidt een team welke deelneemt aan veiligheidsprocessen bij het bedrijf NVIDIA.
“De producten waar ik aan werk zijn de onderdelen die daadwerkelijk in auto’s worden gebruikt, zowel voor rijondersteuning als voor verschillende niveaus van zelfrijden”, legt hij uit. Vreugdenhil zegt dat hij als student een beetje een uitzondering was. Hij studeerde een volledig semester eerder af van de middelbare school in Trenton, Ontario, Naast de hoofdvakken informatica en wiskunde studeerde hij ook middelbaar onderwijs, filosofie en theologie. Diezelfde drang om te weten en te begrijpen leidde hem door acht jaar school aan de Universiteit van Waterloo, waar hij promoveerde in de computerwetenschappen.
Toen hij het einde van zijn studie naderde, planden hij en zijn vrouw, Janet Cok, hun volgende stappen; ze kozen de Pacific Northwest vanwege het klimaat en de werkgelegenheid en verhuisden naar de regio Portland, Oregon, waar ze nog steeds wonen. Tegenwoordig neemt Vreugdenhil, als manager in een baanbrekende industrie, zijn leiderschaps-, toezicht serieus, waarbij hij zijn christelijke wereldbeeld op elk gebied toepast.
Zijn roeping bevindt zich op het kruispunt van geloof, uitvinding, innovatie en verandering. “Het is buitengewoon ingewikkeld werk”, geeft Vreugdenhil toe, “maar er zit veel waarde in.” Onze relaties met anderen, met de schepping, moeten allemaal gebaseerd zijn op geloof”, zegt hij. Maar technologie is niet de God. Technologie is niet wat ons redt.” Zijn woorden weerspiegelen die van Henry David Thoreau, de filosoof die halverwege de 19e eeuw schreef: ‘Mannen zijn werktuigen van hun werktuigen geworden.’ Thoreau beschreef de nieuw aangelegde spoorwegen die het Noord-Amerikaanse landschap doorkruisten en het moderne leven dramatisch veranderden. Maar in de woorden van Thoreau gaat het om hetzelfde dat Vreugdenhil noemt: het potentieel van technologie om voorrang te krijgen op de mensen waarvoor ze bedoeld is. Het geven van prioriteit aan de mensenlevens die interacteren met de autonome, zelfrijdende auto’s vormt de leidraad voor van het bedrijf. “We hebben de technologie niet alleen ontwikkeld, aan klanten verkocht en gezegd: ‘Hier, stop hem in je eigen auto.’” In plaats daarvan kochten ze voertuigen en voerden een volledige systeemintegratie uit, waarbij ze de technologie zelf testten.
Vreugdenhil beschrijft een keer dat een van hun auto’s tijdens een proefrit het leven van een medewerker redde. De werknemer bestuurde een voertuig in de ‘beschermengelmodus’, een situatie waarbij de bestuurder de auto bestuurt, maar als het voertuig gevaar signaleert, reageert het. “Het heeft haar ervan weerhouden om op een kruispunt door een ander voertuig te worden aangereden”, zegt hij. Vreugdenhil vindt transparantie over de zelfrijdende technologie die het bedrijf ontwikkelt net zo belangrijk als veiligheid. Vreugdenhil is bescheiden en noemt zijn levenspad ‘normaal’ en ‘niets uitzonderlijks’. Behalve dat het zo is.