Arend Vreugdenhil helpt Roemeense tuinbouw

Arend Vreugdenhil
Genealogiecode: N X as
Door: Redactie
Bron: Familiestichting
Foto: Arend Vreugdenhil

Al jaren brengt Arend Vreugdenhil in Maassluis oude, afgeschreven werktuigen, machines en kasjes naar Roemenië voor een tweede leven. Hij leert de bevolking efficiënter boeren en tuinen. Daarmee brengt hij niet alleen de land- en tuinbouw in Roemenië op een hoger peil. Ook de mensen groeien in hun bestaan.

 

 

 

 

 

 

Arend Vreugdenhil
Genealogiecode: N X as
Door: Redactie
Bron: Familiestichting
Foto: Arend Vreugdenhil

Roemenië
In 1988 ging Arend Vreugdenhil in Maassluis op verzoek van de Gereformeerde Kerk met Westlandse jongeren voor een werkvakantie naar Hongarije. Zijn liefde voor Oost-Europa was daarmee geboren. Vier jaar later, weer op verzoek van de kerk, voerde de reis hem nog wat verder, naar Roemenië. Daar, in het na-revolutionaire land, leek het leven 50 jaar te hebben stilgestaan. “Ik herkende dingen vanuit mijn jeugd. Mijn vader was boer en ikzelf ben tuinder. Dan trekt de agrarische cultuur je aan. Ik vond wel dat het werk er beter moest kunnen. Eenvoudiger en fysiek minder zwaar.” Sindsdien helpt hij in Roemenië de land- en tuinbouw vooruit, door er allerlei machines en apparatuur heen te brengen.

 

 

 

Arend Vreugdenhil
Genealogiecode: N X as
Door: Redactie
Bron: Familiestichting
Foto: Arend Vreugdenhil

Kassenproject voor jeugd
Wat Vreugdenhil in Roemenië het meest opviel, waren de beperkte toekomstmogelijkheden voor de jeugd. “De kinderen gaan soms weinig naar school en staan op hun zestiende al met een zeis enorme oppervlakten te maaien. Van de opbrengst kunnen ze nauwelijks leven.” Op verzoek van de dominee van een dorpje in de buurt van Sovata, in het westen van Roemenië, startte hij voor de jeugd een kassenproject. Dat zou hen een bestaan kunnen geven. Vreugdenhil stuurde er een boogkasje van 20 meter heen. Plaatselijke aannemers maakten het na en bouwden er vijf van 50 meter lengte. Het benodigde plastic werd vanuit Nederland gesponsord. Bij een collega liep Vreugdenhil toevallig tegen een oude freesmachine aan. “Toen ik zei dat ik daar wel een goede bestemming in Roemenië voor had, kreeg ik ‘m direct mee.”
Zijn initiatieven leidden ertoe dat de plaatselijke bevolking er weer zin in kreeg. De plaatselijke kerk verhuurt de kasjes nog steeds aan jonge ondernemers, die hun producten verkopen op de markt in Sovata.

Arend Vreugdenhil
Genealogiecode: N X as
Door: Redactie
Bron: Familiestichting
Foto: Arend Vreugdenhil

 Oud glazen kasje
Na een aantal jaren zag Vreugdenhil het enthousiasme van de jonge Roemenen verminderen. Ze zagen het zware werk toch niet zo zitten. Slechts een paar hielden er plezier in, waaronder een vrouw met écht groene vingers. Zij werd zetbaas in een van de kasjes en begon met een komkommerteelt, maar die verzoop door hevige regenval. “Ik zag dat ze het in de vingers had en echt geïnteresseerd was. Daarom beloofde ik haar goed tomatenzaad mee te nemen.” De teelt leverde een geweldige productie en ze verdiende er goed aan. Omdat de kerk daarop de huurprijs van de kas verhoogde, wilde ze graag een eigen kasje, maar zonder hulp zou dat niet lukken. Vreugdenhil vond in Maasland een oud glazen kasje van 400 vierkante meter en liet in Roemenië ter plekke zien hoe het moest worden opgebouwd. “Met elkaar hebben ze dat toen gedaan.“ Inmiddels werken er op haar bedrijfje zeven personen en eten er evenzoveel gezinnen van. “Laatst vroeg ze om potten, maar die moet ze van me kopen. Ook dat hoort bij ondernemen. Een tweedehands schermdoek krijgt ze wel van me, omdat ze daar weer van kan leren. Het scherm is zowel ‘s zomers als ‘s winters te gebruiken. Ze openen en sluiten het met de hand.”

Arend Vreugdenhil
Genealogiecode: N X as
Door: Redactie
Bron: Familiestichting
Foto: Arend Vreugdenhil

Gezicht laten zien
Een andere Roemeense dominee vroeg Vreugdenhil iets te doen voor de landbouw. “Dat zag ik eerst niet zitten, maar toen ik wat oudere, grotere machines op de kop kon tikken, ging ik er toch op in.” Zo bracht hij een aardappelpootmachine naar Roemenië. “Buren kwamen verrast kijken hoe mooi het poten ging en wilden de machine allemaal gebruiken.” Ook bracht hij er een spuittrekker, andere trekkers en frezen heen. “Eigenlijk ben ik altijd materieel aan het ‘bietsen’. Gemiddeld rijdt hij jaarlijks twee keer naar Roemenië, meestal als zijn venkelteelt in de kas halfwas is. Hij repareert er dan eventueel een en ander en hij laat zijn gezicht zien. “Dat is nodig om de mensen zuinig te laten omspringen met de apparatuur. Anders laten ze de machines gewoon in het onkruid op het land staan.” Roemenië is de specialiteit van Vreugdenhil geworden. “Ik zit in de Oost-Europacommissie van de kerk, maar die is voornamelijk in Oekraïne bezig. Ik doe Roemenië en vertel mijn verhalen.” De kerk steunt zijn werkzaamheden niet financieel. Met zijn werk hoopt hij dat hij de Roemenen nog een aantal jaren wat vooruit kan helpen bij hun ontwikkeling. Daar doet hij het voor. En om te zien hoe ze bij zijn vertrek achterom kijken en hun duim opsteken! “Dat maakt me blij. Dat hoop ik te bereiken; mensen plezier in het leven te geven.”