Waling Vreugdenhil “Passie voor paarden”

Waling Vreugdenhil
Genealogiecode: C XI af

Waling Vreugdenhil
Lezers van de Vreugdeschakel zal het niet zijn ontgaan dat twee edities terug in de Vreugdenhilkroniek onder het subkopje “Overleden” de naam van Waling Vreugdenhil uit Eemsmond was afgedrukt. De historicus A. Bolt besteedde in oktober 1996 aandacht aan Walings historische boerderij in ons familieorgaan en in juni 1998 deed toenmalig redacteur Teun Vreugdenhil verslag van zijn bezoek aan Waling en zijn echtgenote Janny in Vreugdeschakel 40. Hoewel er inmiddels geruime tijd verlopen is, willen wij met de weergave van een artikel uit Het Groninger Paard van juni 2004 de nagedachtenis van een geliefde persoonlijkheid alsnog gedenken.

De paarden hinnikten
Zaterdagmorgen 1 mei 2004 is Waling Vreugdenhil verongelukt op het erf van de ‘Albrondaheerd’ aan de Moeshornweg in Uithuizen. Diep geschokt waren wij in het dorp en in den lande toen wij dit bericht vernamen. Donderdag 6 mei is na samenkomst memoriaal aan hem gedacht in de schuur van zijn boerderij tussen de koeien en de paardenstallen en aansluitend zijn we naar de begraafplaats gelopen in Oldenzijl, waar hij altijd werkte, waar zijn koeien en paarden graasden, waar hij de voederbieten, de haver verbouwde, waar het hooi en het stro van het land kwam.

Een heel lange rouwstoet liep als een kunstwerk kronkelend door het veld. Daar werd Waling Vreugdenhil, nadat hij over het Hoog Hoaltje werd gedragen, op zijn oogstwagen gezet, getrokken door zijn paarden Zorba en Karintha en gereden door zijn broer Cor Vreugdenhil (C XI ag) naar zijn laatste rustplaats gebracht. De paarden hinnikten tijdens de laatste groet aan Waling Vreugdenhil en zijn kleinzoon speelde op de doedelzak na het verlaten van het kerkhof. Het was indrukwekkend, waardig en onvergetelijk.
Westlands accent

Tot zover dit artikel. Ook heeft de burgemeester van Eemsmond, de heer G.D. Renkema, een afscheidsrede uitgesproken waarin hij Waling Vreugdenhil als volgt typeerde:
“Binnen de gemeenteraad had Waling zijn eigen kenmerkende plek. Wij herinneren ons hem natuurlijk allemaal op onze eigen wijze maar waarschijnlijk zitten daar toch wel overeenkomsten in. In zijn uitstraling had hij altijd iets ontwapenends; weinigen kunnen zeggen dat ze hem met een sombere blik hebben zien rondlopen, er was altijd wel iets vrolijks in zijn blik. Als hij dan vervolgens begon te spreken was het altijd zijn Westlandse accent dat als eerste opviel, in elk geval hier in deze contreien.
Het is mooi om te mogen constateren dat iemand die van oorsprong zijn wortels hier niet heeft toch zo verknocht is geraakt met zijn Hogelandster omgeving.”

Dankbaar
De volgende regels stonden op de overlijdenskaart afgedrukt `Verdrietig zijn wij dat hij niet langer bij ons mocht blijven en niet langer mocht genieten van al het goede en moois om hem heen. Wij zijn intens dankbaar voor alle liefde en zorg waarmee hij ons heeft omringd en wat hij voor ons en anderen heeft betekend.’