Daniël Vreugdenhil bij de Reddingsbrigade

daniel_vreugdenhil_001
Daniël Vreugdenhil is vrijwilliger bij de Reddingsbrigade

De Reddingsbrigade
‘Werken bij de Reddingsbrigade is vrijwilligerswerk. Ik heb er veel diploma’s voor moeten halen: zes zwemdiploma’s en de diploma’s jeugdstrandwacht, strandwacht A en binnenwater A. De diploma’s strandwacht B en binnenwater B kan ik binnenkort halen. Deze laatste diploma’s maken het mogelijk reddingsacties te Managen: je bent dan verantwoordelijk voor het verloop daarvan en ook ben jij degene, die zo’n actie leidt. Het is niet gemakkelijk zo’n diploma te halen, want er wordt heel scherp op gelet of je steeds de juiste beslissingen neemt’. Dat zegt een enthousiaste Daniël Vreugdenhil, pratend in zijn eigen kamer in het ouderlijk huis in ‘sGravenzande over zijn hobby: de Reddingsbrigade. Waarbij je niet aan Baywatchverhalen moet denken, want die komen in zijn relaas niet voor.

Een geheugen dat steeds toegankelijker wordt..
Iedere Nederlander weet wel ongeveer wat zo’n reddingsbrigade aan de kust doet. Maar het werk houdt meer in dan het redden van mensen die op zee in moeilijkheden zijn gekomen. Zelf heeft Daniël nooit iemand gered. ‘We werken erg preventief’, legt hij uit. ‘Mensen worden gewaarschuwd als ze te ver of met drijfmiddelen in zee gaan.Tegenwoordig zijn in verband met de stroom zelfs zwembandjes verboden. Dat is helaas nodig, omdat de mensen zich niet realiseren dat de zee gewoon gevaarlijk is. Als we mensen wat dat betreft waarschuwen geloven ze dat niet en slaan ze onze Waarschuwingen in de wind. Komt de politie erbij en vertelt die hetzelfde verhaal, dan wordt dat doorgaans wel geaccepteerd. De strandgasten hebben natuurlijk in de gaten dat wij in oranje en de politie in grijze boten vaart. Op de aanwijzingen uit een oranje boot wordt dus minder gereageerd. ‘Maar’ voegt Daniël er lachend aan toe, ‘wij hebben inmiddels dus ook een grijze boot en het is opvallend hoe veel heter de reacties daarbij) zijn’.

Oefenen
‘We houden ons als Reddingsbrigade uiteraard uitgebreid bezig met kleinere ongemakken zoals pleisters plakken, andere EHBO – karweitjes en natuurlijk ook met de opvang van weggelopen kinderen. Meestal dankbaar werk om te doen’. Deze zomer -met te geloven na zo’n slecht seizoen met zo weinig zon moesten er toch nog twee gevallen van zonnesteek worden behandeld. Een ander facet van het vrijwilligerswerk is het oefenen met de landelijke reddingsorganisatie KNRMN, die tot taak heeft de reddingsacties op zee buiten de drie mijlszone vanuit de kust uit te voeren. ‘Dat gaat heel professioneel’, aldus Daniël, ‘ze beschikken over boten die wel 80 km/u halen, helikopters e.d. Het is erg leuk om eens met zo’n oefening mee te doen. Overigens verlenen deze mensen nogal eens bijstand bij ongelukken op het dek van schepen buiten de drie -mijlszone’.

Onderhoud
Uit Daniëls toelichting blijkt dat het niet alleen gaat om aanwezigheid en preventief toezicht op het strand. Er gebeurt veel meer. Daniël hierover: ‘Onderhoud van het clubgebouw, van de auto en van de boten, het bijwonen van vergaderingen en het volgen van cursussen. Dat zijn allemaal taken die bij het werk horen, maar die eigenlijk niemand ziet’. De gemeente verstrekt subsidie. Waarbij dan moet worden opgemerkt dat Hoek van Holland over een reddingsbrigade met betaalde krachten beschikt en ’s Gravenzande dus niet.

Wedstrijden
Het volgende punt dat Daniël aansnijdt is dat van de wedstrijden met vletten: roeiboten voor vier roeiers en een stuurman. Ze werden vroeger ook gebruikt bij reddingsoperaties. Maar tegenwoordig worden daar speedboten bij ingezet, wat zo’n operatie natuurlijk aanmerkelijk versnelt. ‘Die wedstrijden worden georganiseerd door diverse reddingsbrigades en twaalf keer per jaar gehouden: vijf maal op zee en zeven maal op binnenwater. Zo’n wedstrijdvlet is gemaakt van kunststof en is dus lichter dan de houten vlet van vroeger. De jeugd roeit vier km en de heren acht. Hoe lang vier km. roeien duurt? ‘Nou, wij doen er in totaal ongeveer vier uur over. Erg belangrijk is de plaats bij de start. Ook moet je zorgen dat je als een van de eersten weg bent, zodat je snel om de eerste boei heen kunt draaien. Meestal spreken we de tactiek goed door en proberen we op een gegeven moment achter een koploper aan te roeien om die dan tegen het einde in te halen en zo als eerste te finishen. In 1995, 1996, en 1997 is de ‘sGravenzandse Reddingsbrigade Nederlands kampioen geworden. Dat we het in 1998 niet hebben gehaald komt omdat er verschuivingen plaatsvonden van de jeugd naar de heren en iedereen weer op elkaar ingespeeld moest zien te raken. Maar let op, in 1999 hopen we weer kampioen te worden’.
Een keer kon Daniël niet mee roeien. ‘Ik had in mijn hand gesneden en het ging dus niet. Ik stond op het strand te kijken en dan zie je op zee een klein stipje en dat is dan zo’n vlet. Je krijgt er echt een kick van om zover op zee op een vlet te zitten’. Op de bijgaande foto ziet u Daniël met zo’n vlet in actie, samen met zijn collega’s. Daniël zit voor in de boot aan stuurboord. Hij acht het van het allergrootste belang dat de onderlinge band tussen de leden van de reddingsbrigade goed is. ‘Ik vind het een gezellige club. Mijn zus Mirjam is nu ook lid geworden en ze heeft er haar vriend leren kennen, met wie zij nu samenwoont’.

Toekomst
Tenslotte de onvermijdelijke vraag: ‘Wat wil je later gaan doen?’ Dan blijkt dat Daniël niet zo’n zin heeft in school. Momenteel volgt hij in Den Haag een VBO-opleiding tot bakker. Een wat minder prettig verlopen stageperiode heeft zijn motivatie verder verminderd. ‘Maar’, licht hij toe, ‘mijn diploma wil ik wel halen want anders heb ik niets. Daarna ga ik naar Rotterdam om er een opleiding te volgen voor de binnenvaart. Ik heb al een sollicitatiegesprek gevoerd en kon meteen aan de slag, maar dus eerst dat VBO-diploma. De opleiding die ik voor de binnenvaart krijg vindt plaats in het kader van het Leerlingstelsel en dat betekent dat er veel moet worden gewerkt. En uiteindelijk wil ik via de binnenvaart graag naar de zeevaart. De zee trekt me enorm. Mijn doel is dus de grote vaart en dat wil ik bereiken via allerlei cursussen’.

Weet u: Daniël komt er wel.
Als je zoveel vrije tijd belangeloos in dienst stelt van het reddingswezen moet de rest ook lukken.
Daniël, veel succes!