Haar praatstoel
Oma is de 90 al gepasseerd en ze ziet er nog mooi uit. Zilvergrijs haar is de erfenis van de donkere lokken die ze had als jonge vrouw. Haar kleding is eenvoudig maar niet saai. Altijd weet ze zich elegant te kleden, ondanks haar kleine postuur met een iets te zware boezem. Terwijl ik tegenover haar zit, schieten allerlei gedachten door me heen. Deze vrouw heeft veel meegemaakt in haar leven. Als arme arbeidersdochter kwam ze in 1906 ter wereld in een groot gezin. leder dubbeltje moest worden omgedraaid; ook later toen ze trouwde en zelf kinderen kreeg.
Mijn oma en ik
Maar klagen doet ze niet. Dat ligt eenvoudig niet in haar aard. Ze is altijd gezond geweest en kwam pas voor het eerst op haar 70′ in het ziekenhuis voor het rechtzetten van haar linker pink. Ze geniet van de kleine dingen om haar heen. Een mus die zich te goed doet aan oude broodkruimels in haar achtertuin maakt haar al blij. De laatste tijd heeft ze het steeds vaker over vroeger. Dan zit ze echt op haar praatstoel. Heel nieuwsgierig ben ik naar de gebeurtenissen in haar leven. Wat zou het leuk zijn als alles werd vastgelegd in een boek’.
Deze regels staan op de eerste pagina’s van Mijn oma en ik, een boek, dat Anja Romein schreef over haar oma Anna van Dorp – Vreugdenhil. Zij blijkt te zijn geboren op 28 december 1906 in ‘s-Gravenzande en woont ondanks haar hoge leeftijd nog steeds zelfstandig in De Lier. Tijdens bezoeken die Anja bij haar oma aflegt, laat ze haar vertellen over de diverse perioden uit haar lange leven, wat vastgelegd wordt op een bandrecorder. Deze herinneringen zijn in het boek verwerkt in een aantal hoofdstukken, waarin Anja Romein zelf in het kort haar eigen levenservaringen stelt tegenover die van haar grootmoeder. Tijdens de lezing van oma’s relaas over haar vroegste jeugd, waarin de behoeftige omstandigheden een dominerende rol spelen, dacht ik terug aan een gedeeltelijk levensverhaal, dat mijn eigen oma ooit eens opschreef. Zie Vreugdeschakel nr. 45 van februari 2000.
Een geheugen dat steeds toegankelijker wordt.
Mijn oma groeide in het Westland weliswaar op in het gezin van een gegoede landbouwer, maar later met meer dan tien kinderen en geen riant inkomen, was het geen vetpot. Als haar oma herinneringen uitstalt aan die moeilijke tijd, stelt Anja Romein haar eigen – wat ze noemt – ‘luizenleventje’ tijdens haar jeugdjaren daar tegenover: na schooltijd onbezorgd spelen, rolschaatsen, verkleedpartijtjes, verjaardagsfeestjes, veel snoepjes verorberen enz. Oma moest na schooltijd sokken stoppen voor een haas in de omgeving. ‘En die waren niet altijd even fris, dus een echt prettig werkje was dat niet’, aldus één van oma’s understatements. Als vriendinnetjes langskomen, stopt oma de
sokken vliegensvlug onder de tafel en zegt ze geen zin in spelen te hebben. Een leugentje om bestwil, maar wel schrijnend! Terwijl Anja na de lagere school naar het VWO gaat en alles thuis voor haar gedaan wordt, moet oma uit werken: de kerk schoonmaken en ook de school inclusief de opzettelijk door jongentjes onder geplaste vieze wc’s, de was bij boeren in de omtrek doen, op het land werken en bollen pellen.
Je leest in het boek over opvattingen die misschien nog in besloten gemeenschappen bestaan, dat je nooit beneden je stand moet trouwen en als protestant nooit met iemand van ‘de Roomse papen’. Oma vertelt natuurlijk ook over haar latere leven: het sterven van Jannie, haar 4e kind, amper zeventien maanden oud, van wie geen afscheid kon worden genomen als gevolg van de oorlogsomstandigheden, de gedwongen verhuizing naar De Lier in die oorlogsperiode en de zorgen over de gezondheid van opa. ‘Onvoorstelbaar’, schrijft Anja op blz. 22 van haar boek, ‘dat oma zich de kleinste voorvallen allemaal nog herinnert na ruim 75 jaar. Het lijkt wel of haar geheugen steeds toegankelijker wordt’.
Leuk en aantrekkelijk boekje
Het boek Mijn oma en ik is een luxe gebonden uitgave en is in een beperkte oplage gedrukt door Albani drukkers, Den Haag. Het kan worden besteld. Wie geïnteresseerd is in ons familieboek Het Westlandse geslacht Vreugdenhil – en wie is dat niet? – zou ik willen aanraden Mijn oma en ik aan te schaffen, omdat je dat boekwerkje als een aanvulling op ons familieboek kunt beschouwen. Je vindt daarin niet alleen de levensgeschiedenis van een van onze naamgenoten vermeld, maar je kunt er ook uit afleiden hoe het leven van veel meer naamgenoten in het Westland zich zou kunnen hebben ontwikkeld. Anja Romeins boek kreeg ruimschoots aandacht in de Westlandse Courant met o.m. een paginagrote foto van oma en kleindochter.
Mevrouw M. A. Vreugdenhil-Dijkshoorn ( C X y) uit De Lier las het boek inmiddels en schreef ons o.a. het volgende: ‘Ik kan mij zo voorstellen dat Anja Romein genoten heeft van al die tijd dat haar oma haar levensverhaal vertelde en zij de kans had het te verwerken en er in een leuk en aantrekkelijk boekje over kon schrijven.’