Hoofd havensector Dirk Vreugdenhil wil maatwerk
De werkgevers sluiten banenverlies in de Rotterdamse haven niet uit. Vooral als de looneisen van de vakbonden te hoog uitvallen, zal dit ten koste gaan van de werkgelegenheid. Dat geldt ook voor de andere Nederlandse havens, aldus de werkgeversvereniging AWVN, gisteren aan de vooravond van het CAO-overleg. “Loonstijging is onmogelijk. Nu algemene looneisen stellen voor de Rotterdamse en andere havens staat gelijk aan een schot in de eigen voet”, volgens Dirk Vreugdenhil van de AWVN, die namens VNO-NCW als adviseur van het havenbedrijfsleven optreedt.
Volgens de werkgevers is het economisch klimaat de afgelopen maanden dusdanig verslechterd dat er “absoluut geen ruimte is voor extra loonkosten”. In de Rotterdamse haven werken bij de overslagbedrijven tussen de 5000 en 6000 mensen. Hoofd havensector Dirk Vreugdenhil van de AWVN vindt dat per bedrijf maatwerk moet worden geleverd. “De CAO moet meeademen met de economie. Prijscompensatie is bespreekbaar, maar ook aftopping kan noodzakelijk zijn.” Volgens de AWVN zijn de salarissen in de havens “stelselmatig hoger” dan in vergelijkbare beroepen daarbuiten. Eerder deze week liet de CNV Bedrijvenbond een soortgelijk geluid horen, zonder daarbij looneisen uit te sluiten. Op de houding van het CNV reageerde de FNV meteen furieus: “De werkgevers hebben een medestander gevonden in de CNV Bedrijvenbond.” Volgens de FNV liggen de lonen in de Rotterdamse haven inderdaad vrij hoog, maar is dit verklaarbaar door de roosters van de werknemers. De bond beraadt zich nu over de samenwerking met het CNV.