Geerten Vreugdenhil traint discipels op Papoea

Geerten Vreugdenhil
Zendingswerker Geerten Vreugdenhil, hier met zijn vrouw Jessica en hun vier kinderen, in Papoea de discipelschapstrainings- en technische school Lentera.

Zendingswerker Geerten Vreugdenhil leidt in Indonesië lokale mensen op tot christelijke medewerkers „met hart voor hun volk en passie voor Papoea.” Overtuigd als hij is van een nieuwe manier van zending bedrijven, zonder een spoortje kolonialisme.

Vanwege het huwelijk van zijn jongere broer was Vreugdenhil samen met een van zijn kinderen een week in Nederland. Op deze druilerige middag is hij te gast bij oud-collega en piloot Harry Berghuis en zijn vrouw Willie, in de Amersfoortse Vinex-wijk Vathorst.

De twee oud-collega’s kijken elkaar veelbetekenend aan bij een opmerking over de ruim bemeten achtertuin. De tuinen bij de woningen in Papoea schijnen een tikkeltje groter en ruiger te zijn en bieden bovendien uitzicht op de bergen…

Dat is een van de voordelen van wonen in Indonesië, merkt de zendingswerker op. De zoon van ds. C. G. Vreugdenhil bracht er zijn jeugd door. Dertien jaar geleden vertrok hij –samen met zijn vrouw– opnieuw naar Papoea. Ze kregen er vier kinderen.

Puberteit
Tot twee jaar geleden werkte Vreugdenhil als piloot en monteur voor Mission Aviation Fellowship (MAF) op het eiland. Hij kreeg echter het verlangen zich volledig te gaan bezighouden met het opleiden van lokale bewoners. „Zij staan in het zendings- en ontwikkelingswerk regelmatig letterlijk buiten bedrijf, op het gevaar af dat westerse organisaties tot in het oneindige de leiding blijven houden. Als je de plaatselijke kerk haar verantwoordelijkheid ontneemt, maak je haar zwak.”

Vreugdenhil besloot daarom tot de oprichting van Lentera (Lantaarn), een technische school en discipelschapstranining ineen, waar christelijke Papoea’s worden opgeleid om dienstbaar te zijn aan hun medemens. Het is er de organisatie niet om te doen een nieuwe generatie MAF-werkers op te leiden, zegt Vreugdenhil, maar dat de studenten als lantaarns worden in hun eigen omgeving. Bijvoorbeeld in de luchtvaart, het onderwijs, de gezondheidszorg of als automonteur. De Nederlandse achterban van Lentera is de stichting Licht op Papoea.

Vreugdenhil: „Veel zendingsorganisaties hanteren nog een min of meer koloniale werkwijze. De witte zendeling staat als hoofd boven de gemeenschap. Maar die tijd is echt voorbij. Het is nu tijd om zij aan zij mensen vooruit te helpen. Ten eerste zijn we niet beter en ten tweede kennen zij hun eigen cultuur het beste.”

„Soms is het moeilijk om naast iemand te staan. Je geeft hun ruimte om fouten te maken. Maar zo leren mensen. De kerken in Papoea zitten als het ware in de puberteit. Het maken van fouten is onderdeel van hun groei naar volwassenheid. Naar mijn bescheiden mening is er in het algemeen nog te weinig aandacht voor het opleiden van lokale mensen.”

Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) verleent gedeeltelijk steun aan Vreugdenhil. De staf van Lentera bestaat uit verschillende echtparen –zowel westerlingen als Papoea’s– en een medewerkster die op de campus woont. Vreugdenhil woont met zijn gezin op 200 meter afstand van de campus, aan de rand van Wamena.

De discipelschapstraining is volgens Vreugdenhil nog het meest te vergelijken met opvoeden. De studenten komen veelal uit gebroken gezinnen. „We leren hun bijvoorbeeld wat ze moeten doen als ze op de computer porno tegenkomen en hoe ze moeten omgaan met geld en met trots. Trots kan een valkuil zijn voor een man die piloot is of wil worden. Het is goed om te beseffen dat elke ademtocht door God is gegeven. Omdat we met kleine groepen werken, is er veel een-op-een contact.”

Burn-out
De studenten komen veel bij de familie Vreugdenhil over de vloer. „Openheid is een sleutelwoord. Om hen geestelijk te vormen, maken we tijd voor hen vrij. De vriendin van een van onze studenten raakte zwanger. Wat doe je? Van hen blijven houden, hen welkom heten in je huis, erover praten. Zo draag je normen en waarden over.”

Dat er een vage grens tussen werk en privéleven risicovol is, ondervond Vreugdenhil enkele jaren geleden toen hij burn-out raakte. Toch zorgde dit ervoor dat hij „veel relaxter” in het leven kwam te staan. „Wat God van mij vraagt, is dat ik mijn best doe. Het geven van zegen is niet aan mij. Ik denk niet: dit zal ik wel eens even doen. Daar heeft God aan gewerkt. Hij doet wonderen, dat hebben we meermalen ervaren. Zo is er voorzien in geld voor drie studenten die een pilotenopleiding in de Verenigde Staten willen gaan volgen.”