Interview met Lianne.
Wat is Muziek op Schoot?
Muziekles aan hele jonge kinderen, van 4 maanden tot 4 jaar samen met een ouder of andere begeleider. Doordat die begeleider alles meedoet gaan de kinderen ook meedoen. Het is de kunst voor mij als docent om ze de ruimte te geven, maar ze ook mee te nemen in het aanstekelijke, vrolijke en soms betoverende van muziek.
Deed je als kind ook al veel aan muziek?
Ja, ik begon met 7 jaar op blokfluit en vanaf 9 jaar ben ik klarinet gaan spelen bij de Maaslandse Harmonie. Op een zeker moment ging ik 3 keer per week naar het orkest: 2 x jeugdorkest en het ‘grote orkest’, waar ik al snel in mocht. Ik kreeg klarinetles van een docent die later mijn collega werd en zat op een kinderkoor. Ik heb altijd geblazen en gezongen.
Hoe kwam je erbij om de Docentenopleiding Muziek op Schoot te gaan doen?
Ik werk al heel lang bij Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam als klarinetdocent. In het begin gaf ik alleen klarinetles, heel gespecialiseerd eigenlijk, maar door de jaren daalde het aantal leerlingen en helaas vooral voor blaasinstrumenten. Veel docenten zijn om die reden, wel of niet bijgeschoold, in het basisonderwijs gaan werken. Helemaal gelukkig was ik niet met dat werk. Ook heb ik een tijdje gewerkt in de naschoolse opvang. Ik werd vaak bij de kleuters ingedeeld en dat vond ik wel zó leuk. Die ervaring met jonge kinderen en het willen uitbreiden van mijn mogelijkheden in het muziekonderwijs brachten me bij Muziek op Schoot. Ik ben nu breder inzetbaar op de muziekschool en werk ook weer regelmatig in het basisonderwijs met kleuters. Daarnaast heb ik mijn eigen bedrijf Muziek op Schoot Schoonhoven en geef Muziek op Schootles in Krimpen aan de Lek. De opleiding was stevig, maar ontzettend interessant en leuk. Het is echt een vak, je werkt met zulke jonge kinderen, ze zijn zo helemaal zichzelf, dat vraagt een speciale aanpak.
Heb je kinderen en heb je daarmee Muziek op Schoot gedaan? .
Ik heb twee zonen van 27 en 25. Ik heb met hen geen Muziek op Schoot gedaan, maar muzikaal zijn ze goed terecht gekomen. Ze zitten samen al een paar jaar in de band Still Blue, de oudste als gitarist en de jongste is drummer. Leuk om te zien dat ze er zoveel in kwijt kunnen qua creativiteit. Ik weet eigenlijk niet eens meer of ik veel met ze gezongen heb, wel verzon ik altijd liedjes.
Wat gebeurt er in zo’n les?
Elke les is opgebouwd uit allerlei liedjes en opnames. Ik speel daarbij op ukelele, klarinet en blokfluit. Met een handpop begin en eindig ik de les. Die handpop komt ‘zingend’ bij elk kind langs en noemt de naam van het kind. Zo hebben ze altijd hun eigen moment. Verder zingen we nieuwe en bekende liedjes waarbij vaak iets gebeurt. Denk b.v. maar aan ‘Klap eens in je handjes’. Je zingt, klapt, er zijn gebaren en woorden. Een kind leert daar heel veel van en door het samen met mamma of pappa te doen heeft het dubbel plezier. Verder wordt er altijd gestapt en gedanst en wordt er met instrumentjes gespeeld die passen bij de leeftijd. Wat ik vaak doe met de iets grotere kinderen, ik geef ze dan 2 schudeitjes en zet dan een grote trommel in het midden. Eén voor één mogen ze dan trommelen terwijl de anderen de eitjes laten klinken en ik ze begeleid op klarinet. Heel mooi om te zien hoe elk kind dat helemaal op zijn/haar eigen manier doet. De een trommelt er meteen flink op los, de ander is een paar minuten bezig zich te installeren, weer een ander doet het heel voorzichtig. Wat ik dan zo leuk vind is dat ze mij dan aankijken om te beginnen en ook horen dat het weer stopt, we maken dan echt samen muziek.
Wie of wat is je belangrijkste inspiratiebron?
Ik denk dat de muziek zelf toch mijn grootste inspiratiebron is. Ik kan daar erg door geraakt worden en dat geef ik graag door. Praktisch vind ik het heerlijk om te struinen op internet naar liedjes en ideeën voor mijn lessen.