In Naaldwijk komen verschillende (veld)namen voor die een oude historie hebben, zoals het boerderijtje Bon Fut oftewel Bonaventura (Goede verwachting, verklaring van Jan Emmens). Het was gelegen op de hoek van het Galgepad / ‘s-Gravenzandseweg, waarvan het bijbehorende land ook Bon Fut heette. Dit land liep ongeveer tot het huis van timmerman Brugmans(*) aan de ‘s-Gravenzandseweg. Een andere veldnaam waar we wat uitgebreider bij stil zullen staan is Vreugdenhil. Vreugdenhil, ook gelegen aan de ‘s-Gravenzandseweg, wordt al genoemd in het midden van de 16e eeuw. Het was een stuk land gelegen aan beide zijden van de ‘s-Gravenzandseweg. Aan de noordkant van de weg grensde het aan een kleine boomgaard, die in 1495 Patijnenburg wordt genoemd en aan het Vreugdenhilslaantje, nu de Willem van Hooffstraat. Aan de zuidkant van de weg lag Vreugdenhil tussen het Zuideinde en het Shell tankstation Van de Ende.
De naam Vreugdenhil laat zich mogelijk als volgt verklaren: in de kuststrook van West-Nederland met zijn duinen, komt de naam hil regelmatig voor, zoals in de plaatsnaam Hillegom, Hilnare bij Den Delp in Wassenaar en Vreugdenhil in Naaldwijk. Hil(l) heeft hier de betekenis van natuurlijk gevormde heuvel, zoals de Engelsen ook deze betekenis nu nog kennen. De (Vreugden)hil of heuvel op de “Geest van Naaldwijk” past in de natuurlijke gesteldheid van vroeger. Het Staelduinsebos kan men zich hierbij voor de geest halen. Geografisch gezien is het aannemelijk, dat Vreugdenhil een geheel gevormd heeft met Patijnenburg. In een transport uit 1561 vinden we dan ook: “de kleynen boemgaert genaempt Patynenburch mit die huysinghe daer inne staende”, die in het kaartboek van Naaldwijk uit 1632 nog staan getekend. In transportakten uit de 16e eeuw wordt Vreugdenhil ook apart genoemd, zoals in 1577 in de omschrijving van “een gemene laen toe up Vroichdehill” M. De gemeenschappelijke laan is het Vreugdenhilslaantje, de latere Willem van Hooffstraat. Een eigenaar en/ of bewoner van de “hil” met de naam Vreugde kan de naamgever van dit stukje Naaldwijk zijn geweest en de veldnaam Vreugdenhil is daarmee geboren. Of de naamgeving historisch juist is, is daarmee niet voor 100% aangetoond. Aannemelijk is wel, dat op genoemde plaats nog voor 1600 de oudst bekende Vreugdenhil, Jacob Jacobszn getrouwd met Heiltje Willems, woonde. Hun zoon noemde zich Ary Jacobsz (van) Vreugdenhil.
We gaan nu een stukje verder in de tijd. Jan Vreugdenhil, wonend op de ‘s-Gravenzandseweg op Vreugdenhil(!), vertelt u anno 1998 een mooi verhaal over zijn familie en verrassend ook over een stukje Naaldwijk namelijk Vreugdenhil. “Mijn overgrootvader Jan Vreugdenhil, woonde midden vorige eeuw in de Oranjepolder in het al eeuwen bestaande Oude Posthuis, op de hoek van de Pettendijk. Daarom werd hij in familiekring ook altijd opa (en oma) van ’t Hoekie genoemd. Hij bezat daar een klein boerderijtje. Zodoende ging hij regelmatig met paard en wagen naar de veemarkt in Delft. Al gauw werd hem gevraagd als hij toch naar Delft ging om wat spullen mee te brengen. Dat was eigenlijk het begin van de bodedienst Vreugdenhil. Zijn zoon, mijn opa Jan Vreugdenhil, volgde hem op en deze vestigde zich na zijn trouwen in 1900 aan de ‘s-Gravenzandseweg. Opa Jan woonde eerst in de huisjes aan de noordkant van de weg op de plaats van de latere Raiffeisenbank. De geschiedenis herhaalt zich dus. De zuidkant van de ‘sGravenzandseweg was nog niet bebouwd. Op de hoek van ‘s-Gravenzandseweg en Zuideinde lag de tuin van Jan Valstar. Bouwbedrijf Nowee wilde daar de eerste huizen bouwen en opa Jan hoorde dat. Hij ging erop of en vroeg Nowee, de grootvader van de laatste eigenaar Wil No-wee, of deze er geen woonhuis met garage kon zetten.
Voor het bedrag van f 1500,- werd het gebouwd en op I april 1906 werd het pand ‘s-Gravenzandseweg 9 betrokken. De koopakte vermeldde overigens dat de bewoners verplicht waren om hun beerput (riolering bestond niet) te legen op de tuin van Jan Valstar. Hiervoor zat speciaal een deur in de achtermuur van de tuin. Dit heeft tot 1909 geduurd. Daarna is het tuinland verkocht en is de voormalige oude veiling van Naaldwijk hierop gebouwd. Opa Jan reed net als zijn vader 4 keer per week met paard en wagen naar Delft heen en weer. De dinsdag en vrijdag werden gebruikt om pakjes per fiets op smalle tuinderspaadjes weg te brengen. Omdat hij het steeds drukker kreeg moesten de kinderen, zoals toen gebruikelijk, al gauw meehelpen. Zodoende zat mijn vader Piet Vreugdenhil al vroeg op de bode(paarden)wagen. Na schooltijd ging hij `s-middags mijn opa lopend tegemoet, meestal tot Honselersdijk of Kwintsheul. Na het verlaten van de lagere school kwam hij voorgoed op de bodewagen. Was mijn opa een paardenliefhebber, mijn vader was dat veel minder. Vaak genoeg heeft hij tegen zijn zus Jannetje gezegd: “Jannetje als jij nou de paarden naar de wei brengt dan ga ik wel de afwas doen”. Vader Piet heeft bij mijn opa dan ook zijn kop gek gezeurd om over te schakelen op een vrachtauto. En ja boor in 1928 werd dan de eerste vrachtauto gekocht. Mijn vader is zijn hele leven in hart en nieren bode gebleven. Zelfs toen het bodebedrijf beëindigd werd in januari 1986, bleef hij nog vele ritjes maken richting Delft.
Vader Piet heeft tot 1988 aan de ‘s-Gravenzandseweg gewoond en is in 1989 overleden”.
Jan Vreugdenhil en Harry Groenewegen