Kees Vreugdenhil “ken het brein van je leerling”

Kees Vreugdenhil
Genealogiecode: O XI t
Door: Redactie
Bron: Familiestichting
Foto: Kees Vreugdenhil

Geschat wordt dat er slechts 25 procent bekend is over de werking ervan. Het is een ingewikkeld thema. Maar dr. Kees Vreugdenhil wist het tijdens de MOC Vrijdagmatinee op vrijdag 13 juni heel laagdrempelig te brengen. Hij richtte zich op het brein van leerlingen in de basisschool.

Het brein
Voor leraren basisonderwijs is de bouw van het brein onmisbare stof, zo begon Vreugdenhil. Het geeft inzicht in gedrag en leren. “Die kennis heb je nodig!”
Vreugdenhil vertelde over de 100 miljard neuronen (hersencellen) die we hebben en over de verbindingen die continu gelegd worden tussen die cellen. Bij de geboorte zijn heel veel verbindingen nog los. Door in de eerste zes jaar heel veel ervaringen op te doen, kunnen er meer verbindingen ontstaan. Vreugdenhil waarschuwt dan ook om niet te vroeg te beginnen met de verschoolsing. “Bewaar de systematieken voor later en houd het speels.”

Fases
De breinexpert liep door de verschillende fases (sprongen van twee jaar). Zo gaan kinderen in de middenbouw samenhangen zien,  verbanden leggen. En in de bovenbouw zijn leerlingen al veel doelgerichter bezig. Ze kunnen meer complexe taken aan en kunnen abstracter denken.
Lees hier meer over de mentale ontwikkeling.

Kees Vreugdenhil
Genealogiecode: O XI t

Multitasken?
Het brein kan één signaal tegelijk verwerken, vertelt Vreugdenhil. Al snel duikt de vraag uit de zaal op hoe het dan zit met multitasking. De spreker is daar duidelijk over.  “Zo werkt het brein niet. Tenzij je een bepaalde handeling automatisch doet.” Anders zal het één altijd ten koste van het andere gaan.

Geheugen
Ook het geheugen komt aan de orde. Als het om het langetermijngeheugen gaat, blijven persoonlijke ervaringen lang hangen. Wat dit betekent voor het onderwijs? Als kinderen zich betrokken voelen, kunnen ze beter leren.
Vreugdenhil vertelt dat 10 procent van basisschoolleerlingen een zwak werkgeheugen (kortetermijngeheugen) heeft. Dat is aangeboren. Deze leerlingen voeren de taken bijvoorbeeld maar half uit, zijn snel afgeleid en kunnen de volgorde van wat je zegt niet navertellen.
Lees hier meer kenmerken van een zwak werkgeheugen.

Geheugenstimulansen die voor iedereen goed werken zijn:
• Aandacht en concentratie
• Emotie
• Interesse, motivatie en nut
• Context