Laura Vreugdenhil brengt de zorg aan huis

Laura Vreugdenhil
Genealogiecode: K XI w.8
Door: Marte van Santen
Bron: Plus Magazine.nl
Foto: Cees Rutten

Steeds meer kankerpatiënten kunnen — als ze dat willen — thuis een medicijnbehandeling krijgen. Een oncologisch verpleegkundige en twee patiënten vertellen hoe dat werkt. Sinds juni vorig jaar rijdt er een opvallende verschijning door de Amsterdamse straten: een heuse ziekenhuisbakfiets. Vier oncologisch verpleegkundigen van het OLVG gebruiken die om hun kankerpatiënten thuis te kunnen behandelen. Door weer en wind fietsen ze twee dagen per week door de stad, hun bak volgeladen met onder ander een goedgevulde rugzak, een inklapbaar infuus en een speciale chemo-afvalbak. “Pas nog 32 kilometer op één dag”, vertelt Laura Vreugdenhil (54), een van de deelnemende verpleegkundigen. “In de stromende regen! Gelukkig is onze bakfiets elektrisch én hebben we goede regenpakken.”

Pillen, injectie of infuuspomp
Wie chemotherapie of immunotherapie krijgt, moet daarvoor meestal veel — en vaak ook langdurig — naar het ziekenhuis. Zeker als de conditie van een patiënt verslechtert, kunnen al die bezoeken knap zwaar zijn. In sommige gevallen biedt thuisbehandeling dan uitkomst. Dat kan op verschillende manieren. Zo zijn er steeds meer kankermedicijnen die je in tabletvorm kunt innemen. En dan is er nog de zogenaamde elastomeerpomp, een soort flesje met chemo dat langzaam leegloopt. Dat wordt gebruikt bij bepaalde vormen van chemotherapie, die meerdere dagen achtereen moeten inlopen. Normaliter neemt het ziekenhuis patiënten daarvoor op. Maar met zo’n draag-baar flesje kunnen ze na aankoppeling in het ziekenhuis naar huis om de kuur daar af te maken. Doorgaans hebben patiënten wel vier tot twaalf van dit soort kuren nodig. Als ze die grotendeels thuis kunnen krijgen, scheelt dat flink wat opnamedagen.

Half uur
Hoeveel patiënten verpleegkundige Laura Vreugdenhil thuis bezoekt, verschilt per dag. Vooraf krijgt ze een route van de afdeling planning, zodat ze niet kriskras door de stad hoeft. “Ik begin de dag met het inlezen van de dossiers. Daarna laad ik al mijn spullen in de bakfiets en ga ik op pad. De telefoon in een houder op mijn stuur vertelt me hoe ik moet rijden.” Bij een patiënt met multipel myeloom — beter bekend als de ziekte van Kahler — dient Vreugdenhil injecties met chemotherapie toe. Een vrouw met borstkanker krijgt een infuus met een botversterkend middel. Bij een man met darmkanker koppelt ze de mobiele elastomeerpomp af die hij twee dagen bij zich heeft gedragen. Allemaal handelingen die niet meer dan een half uur in beslag nemen — zolang heeft Vreugdenhil gemiddeld voor een patiënt.  Voorafgaand aan de thuisbehandeling hebben patiënten in het ziekenhuis uitgebreid uitleg gehad. De gebruikte medicatie is immers vaak heel giftig. Zeker als patiënten huisgenoten hebben, moeten ze daarom extra voorzichtig zijn. Zo krijgen ze het advies om het toilet na gebruik twee keer door te trekken. Op die manier verkleinen ze de kans dat anderen met restanten van de medicatie in aanraking komen.

Vrije keus

De patiënten die aan de OLVG-proef meedoen, zijn allemaal enthousiast, blijkt uit een tussentijdse evaluatie. Zij geven de kankerzorg een ruime acht. Maar niet iedereen vindt thuisbehandeling een prettig idee. In 2018 hield de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) hier een enquête over onder 738 (ex-)kankerpatiënten. Van hen wilde 24 procent het liefst thuis behandeld worden. 35 procent koos juist voor behandeling in het ziekenhuis. De belangrijkste reden: in het ziekenhuis voelden ze zich veiliger. De overige deelnemers zouden de twee zorgvormen het liefste afwisselen. Uiteindelijk blijft de keus altijd aan de patiënt, benadrukken ziekenhuizen en zorgverzekeraars die thuisbehandeling bieden. Verpleegkundige Vreugdenhil is in ieder geval blij met deze extra service aan patiënten. “Voor sommige is het — lichamelijk én geestelijk — een enorme opgave om steeds naar het ziekenhuis te komen”, zegt ze. “Dan is het fantastisch dat de behandeling in ieder geval ook deels thuis kan.”  Zelf vindt ze het trouwens ook een waardevolle aanvulling op haar toch al afwisselende werk. “Ik ben gewend patiënten alleen maar in het ziekenhuis te zien. Nu kom ik bij ze thuis en leer ik ze op een andere manier kennen. Voor even stap ik in hun dagelijkse leven. Gedurende het half uur dat ik bij ze ben, is al mijn aandacht voor hen. Dat maakt het contact intiem en levert mooie gesprekken op. Patiënten zien mij trouwens óók van een andere kant. Zoals laatst, toen de rits van mijn regenpak vastzat en ik het niet uitkreeg. Daar kunnen we dan samen om lachen.”

Complicaties
Sinds de start van de proef in juni 2018 hebben zich bij de OLVG-patiënten geen onverwachte complicaties voorgedaan. “We gaan natuurlijk ook niet over één nacht ijs”, besluit Vreugdenhil. “Patiënten krijgen de medicatie altijd eerst meerdere keren in het ziekenhuis toegediend, zodat we weten hoe ze erop reageren. Dan pas gaan we eventueel over op thuisbehandeling. Verder zijn de lijnen kort; bij vragen of zorgen zijn we dag en nacht telefonisch bereikbaar.”

Op dit moment kunnen nog lang niet alle vormen van chemo- of immunotherapie thuis worden gegeven. Bijvoorbeeld voor medicatie die gedurende een aantal uren onder toezicht van een verpleegkundige via een infuus inloopt moeten patiënten nu altijd naar het ziekenhuis. Maar naar verwachting zullen de mogelijkheden voor thuisbehandeling wel snel toenemen. Het zou natuurlijk ook mooiste zijn als iedere kankerpatiënt die dat wil (en voor wie dat veilig is) in de toekomst zijn medicatie thuis kan krijgen.